vergelijken

  1. membandingkan.

Konjugasi

sunting
Infinitif: vergelijken
Bentuk kini Bentuk lampau
Tunggal Jamak Tunggal Jamak
ik vergelijk wij vergelijken ik vergeleek wij vergeleken
jij vergelijkt jullie vergelijken jij vergeleek jullie vergeleken
hij/zij vergelijkt zij vergelijken hij/zij vergeleek zij vergeleken
Partisip kini [kata kerja bantu) Partisip lampau Imperatif Subjungtif
vergelijkend (hebben) vergeleken vergelijk vergelijke