snijden

  1. memotong

Konjugasi

sunting
Infinitif: snijden
Bentuk kini Bentuk lampau
Tunggal Jamak Tunggal Jamak
ik snij wij snijden ik sneed wij sneden
jij snijdt jullie snijden jij sneed jullie sneden
hij/zij snijdt zij snijden hij/zij sneed zij sneden
Partisip kini [kata kerja bantu) Partisip lampau Imperatif Subjungtif
snijdend (hebben) gesneden snij snijde