• Verba
  1. memanggil, menamakan
  2. menyebut

Konjugasi

sunting
Infinitif: noemen
Bentuk kini Bentuk lampau
Tunggal Jamak Tunggal Jamak
ik noem wij noemen ik noemde wij noemden
jij noemt jullie noemen jij noemde jullie noemden
hij/zij noemt zij noemen hij/zij noemde zij noemden
Partisip kini [kata kerja bantu) Partisip lampau Imperatif Subjungtif
noemend (hebben) genoemd noem noeme