Verba [nl]

horen

  1. mendengar

Konjugasi

sunting
Infinitif: horen
Bentuk kini Bentuk lampau
Tunggal Jamak Tunggal Jamak
ik hoor wij horen ik hoorde wij hoorden
jij hoort jullie horen jij hoorde jullie hoorden
hij/zij hoort zij horen hij/zij hoorde zij hoorden
Partisip kini [kata kerja bantu) Partisip lampau Imperatif Subjungtif
horend (hebben) gehoord hoor hore