bewegen

  1. bergerak.

Konjugasi

sunting
Infinitif: bewegen
Bentuk kini Bentuk lampau
Tunggal Jamak Tunggal Jamak
ik beweeg wij bewegen ik bewoog wij bewogen
jij beweegt jullie bewegen jij bewoog jullie bewogen
hij/zij beweegt zij bewegen hij/zij bewoog zij bewogen
Partisip kini [kata kerja bantu) Partisip lampau Imperatif Subjungtif
bewegend (hebben) bewogen beweeg bewege